Onze jongste is jarig. We zijn met zijn tweeën thuis, dus maak ik een lekker ontbijtje voor ons samen. Ik moet wel wat opschieten want hij vertrekt zo met de trein, op stap met vrienden. Ik rijd naar de winkel en haal lekkere broodjes en een croissantje voor hem. Aardbeien, vers sapje, alles wat de jongeman in kwestie lekker vindt.
Bij de kassa, ik ga altijd naar de caissière, zelden naar de selfscan, staat maar één klant voor me. Een wat oudere mevrouw. Op de vraag of ze zegeltjes wil, antwoordt ze dat haar kast juist wil leegmaken. Iets in de manier waarop ze het zegt, raakt me. Ik reageer dat mijn glazenvoorraad ook wel voldoende is.
Dan komt haar verdrietige verhaal. Dat haar man binnenkort zal sterven. En dat zij ook ernstig ziek is. Hoe haar ene dochter haar steunt en de andere juist niets van zich laat horen. Dat ze nu al weet dat ze met Kerst alleen is – “nou ja, ik pas op de hondjes van mijn dochter, dan ben ik niet helemaal alleen”.
De caissière en ik kijken elkaar aan, we weten niet wat te zeggen. “Mevrouw, mag ik u een knuffel geven?”, hoor ik mezelf zeggen. Ja, dat mag. En dan delen twee wildvreemde vrouwen op een doordeweekse dag in de inmiddels gegroeide rij voor de kassa een moment van troost. Soms zijn er geen woorden voor zo veel verdriet en pijn.
“Werk je in de zorg?” vraagt de caissière me. Ik vertel haar dat ik loopbaanbegeleider ben en dat dit al mijn hele leven met mij mee loopt: mensen die me hun verhaal vertellen. “Wat goed dat je daar dan je werk van hebt gemaakt, luisteren naar mensen”, zegt de mevrouw vanachter de loopband. En ik denk ja, dat klopt wel, al zie ik het zelf niet meer zo en vermoed ik dat deze aardige caissière ook genoeg zal aanhoren in haar werk.
Heb jij dingen die je schijnbaar moeiteloos afgaan? Welke talenten zet je in jouw werk in, welke wil je inzetten maar komen te weinig uit de verf?